Poelen

Vanaf ‘t hoekje Bunderkesven/Kanunnikesven fietsen we ons onderzoeksgebied Gijzenrooi en de Stratumse Heide in. Fietslampen aan; het is al donker! Als je onze outfit (klederdracht aldus onze kinderen) beter bekijkt kun je raden wat er die avond te onderzoeken valt. Rubberlaarzen, lange broek, schepnet ingenieus met trekbandjes vastgemaakt op de fiets, zaklamp onder handbereik, En dan niet te
vergeten in de rugzak het opschrijfboekje en potlood dat het altijd doet ook als het wat natter is!

De circa 20 verschillende poelen en vennen in het gebied vallen al 30 jaar in de monitoring van het Netwerk Ecologische Monitoring. Poelenwerkgroep Eindhoven monitort op deze wijze ook in 9 andere Eindhovense gebieden. We verzamelen systematisch natuurgegevens bij de verschillende poelen zodat de trends in verspreiding en abundantie van de amfibieën kunnen worden berekend. Het meetnet amfibieën van RAVON verzamelt de gegevens en verwerkt ze verder.

Elke poel/ven wordt 4 keer bezocht in de periode februari/maart (als de paddentrek van start gaat) tot juli (als we de rugstreeppadden nog horen roepen die wel tot in augustus bij de juiste omstandigheden zorgen voor ei-afzet. Voor de adoptie van dit gebied door de KNNV gaan we dus gewoon door met wat we al jaren doen!

Dit voorjaar startte fris en het bleef langdurig nat, waardoor rugstreeppadden en ook de verschillende soorten salamanders zich niet aan de voorgeschreven poelen hielden, maar ook op de ondergelopen heide hun jonkies lieten opgroeien. Dat daar flinke risico’s aan zitten moge duidelijk zijn.
Als het water flink opwarmt ontwikkelen de dikkopjes zich razendsnel; dan kunnen ze in 4 weken ‘met alles erop (ja ook een rugstreepje!) en eraan het land al opgaan Als het langer koud blijft kost de ontwikkeling tot juveniel padje meer tijd en kan het ook gebeuren dat ze het niet redden als het tijdelijke watertje opdroogt. En om het ingewikkeld te maken; dat kan ook gebeuren als het langer warm is en de dikkopjes zich razendsnel ontwikkelen maar het toch niet bij kunnen houden.
Zo eenvoudig is het allemaal niet met die dikkopjes. Niet getreurd. De rugstreeppadden kunnen in goede jaren nog tot in augustus eisnoeren afzetten. Dat is een prachtige eigenschap als je niet zo goed kunt zwemmen en je gespecialiseerd hebt in risico’s nemen door ondiepe tijdelijke watertjes te gebruiken.

Wij hebben een prachtig voorjaar gehad en hebben zoals elk jaar gestoeid met het herkennen van de verschillende soorten amfibieënlarven; dat gaat over streepjes en oogvlekken, liptandjes en buikjes met cadmium-oranje waterverf. Daarover wellicht volgende keer meer!
Het schepnet weer op de fiets; lantaarntjes uit ; het is weer laat geworden!

Petra van Leeuwen/Poelenwerkgroep Eindhoven